Als God spreekt, dan wordt zijn woord een wet. Hij kan niet zijn woord ongedaan maken. Als Hij dat wel zou kunnen, dan zou je ook zijn woorden niet meer geloven.
God zei in Genesis 1:26 :
God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’
Mensen zijn gemaakt naar het beeld van God, ze lijken op God. In het tweede deel van het vers staat dat mensen (en dus niet God!) de heerschappij moeten voeren over de aarde. Als God spreekt, dan wordt God onder zijn woord gesteld, zijn woord wordt wet. God geeft hier zijn autoriteit om te heersen over aarde op. Wat gebeurt op aarde is het werk van mensenhanden. Corruptie wordt veroorzaakt door mensen. Alle narigheid hebben we zelf gemaakt. We kunnen God daar niet de schuld voor geven.
Het woord 'mensen' in Genesis 1:26 betekent in de grondtekst 'een geest in een lichaam gemaakt uit stof'. Dat betekent dat de enige persoon die hier op aarde autoriteit heeft een mens is. Deze wet kan God niet verbreken, omdat hij geest is. De enige persoon die mag heersen is een mens. God kon niet Adam en Eva stoppen te eten van de boom, want hij dan zou hij zijn eigen wet overtreden, hoewel hij zag dat hiermee het kwaad in de wereld kwam en hij wist welke gevolgen dit zou hebben.
Maar God kwam legaal op de aarde als mens in de persoon van Jezus Christus en bracht redding! (wordt hier vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten