zondag 25 mei 2008

Daniël - Gebed in de Bijbel I

Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. (Daniël 6: 11)

Daniël was aangesteld als rijksbestuurder door koning Darius. Door zijn buitengewone begaafdheid onderscheidde hij zich van de andere rijksbestuurders. De koning overwoog zelfs hem over het hele koninkrijk aan te stellen.

Ik denk dat Daniël het als rijksbestuurder erg druk had. Maar ondanks zijn drukte vond hij tijd om te bidden. Hij had er een gewoonte van gemaakt om drie keer per dag tot God te bidden en God te eren.

De andere rijksbestuurders waren jaloers op Daniël omdat hij zo buitengewoon begaafd was. Ze lieten de koning daarom een wet van Meden en Perzen uitvaardigen waarin stond dat iedereen die in een maand tijd een verzoek tot een god of een mens richtte, in plaats van tot de koning, in de leeuwenkuil zou worden geworpen.

Daniël hoorde dit besluit en ging naar zijn huis en begon te bidden, in de richting van Jeruzalem met open (!) vensters. Hij wilde zijn geloof niet verbergen. Hij had er een leeuwenkuil voor over om te bidden en God te prijzen!

Geen opmerkingen: