donderdag 29 januari 2009

Strijd tegen zinloosheid

Hoe kan het toch dat er zoveel christenen zijn (ook ik) die netjes een leven proberen te leiden maar toch het idee hebben dat er méér moet zijn. Dat er ergens diep een verlangen zit naar meer betekenis van hun leven. Natuurlijk, we weten wel dat het leven in Christus te vinden is maar in hoeverre laten wij dat realiteit worden. Ik moet zeggen dat het ook niet weet, maar ik kwam wel op een blog een interessant antwoord tegen wat ik voor jullie vertaald heb:

De waarheid is dat Jezus voldoende is. Als we te strijden hebben tegen zinloosheid is dat omdat we niet voldoende zijn verbonden met Jezus. En dat is niet de fout van Jezus: dat is onze fout.
Ondanks het feit dat er niets nieuws onder zon is, denk ik dat wij meer problemen hebben met zinloosheid dan onze voorouders. De meeste van onze leefgemeenschappen zijn verspreid. We leven ver van onze geboorteplaats, op zoek naar wat ons tevreden zou kunnen stellen, maar waardoor familiebanden kapot gaan. We hebben weinig tijd voor elkaar. Zelfs de apostel Paulus in de gevangenis had vrienden die hem kwamen opzoeken. Zouden zonder die vrienden de brieven van de apostel somberder zijn geweest? Er is zeker een reden dat God de kerk bedoeld heeft als een gemeenschap: want hij zelf is een gemeenschap (met Christus). Maar wij hebben het idee van gemeenschap verloren. Ik geloof dat we op die manier onze strijd tegen de zinloosheid vergroot hebben.

Naast het belang van een christelijke gemeenschap en het verbonden zijn met Christus denk ik dat er nog een manier is om minder zinloosheid te ervaren wat hiermee te maken heeft, namelijk door God groot te maken in ons leven. Door te leven zoals Hij het bedoeld heeft. God heeft ons immers gemaakt om Hem te eren:

Jesaja 43:6-7: 'Breng mijn zonen terug van verre, mijn dochters van de einden der aarde, allen over wie mijn naam is uitgeroepen en die ik omwille van mijn majesteit geschapen heb'.

Hier nog een citaat van John Piper, wat erg de moeite waard is om verder over na te denken. Zeker omdat dit ons de belangrijke vraag stelt hoe wij kunnen leven op een manier waarop God verheerlijkt wordt.

God heeft mij - en jou - geschapen om te leven met één alles omvattende, alles veranderende passie. Dat is de passie om God te verheerlijken, door op alle terreinen van het leven zijn alles overstijgende voortreffelijkheid tentoon te spreiden en ervan te genieten. Genieten en tentoonspreiden zijn beide van wezenlijk belang.
Als we Gods voortreffelijkheid proberen tentoon te spreiden, zonder ervan te genieten, zullen we een lege huls van schijnheiligheid tonen en minachting oproepen of wetticisme in de hand werken. Maar als we van zijn voortreffelijkheid zeggen te genieten, zonder anderen de kans te geven deze te zien en te bewonderen misleiden wij onszelf. De pure verrukking die voorkomt uit de vreugde in God, stroomt over in het hart van anderen. Een verspild leven is een leven zonder passie voor het oppergezag van God in alle dingen, tot vreugde van alle volken.

Geen opmerkingen: